1. Aanmelding

Aanmelding voor speltherapie kan via school, huisarts of door ouders. Na aanmelding wordt een intakegesprek gepland.

2. Intakegesprek

Tijdens het intakegesprek wordt informatie gegeven aan de therapeut over de problematiek, aanmeldingsreden, streefdoelen, en uitgebreid informatie over het kind en zijn omgeving. Hoe meer informatie hoe beter de therapeut hypotheses kan stellen. Een goede hypothese is belangrijk voor de therapie. Dan weet de therapeut welke interventies er nodig zijn voor het kind tijdens de speltherapie. Tijdens het intakegesprek wordt afspraak gemaakt voor 3x spelobservatie.

3. Spelobservatie

Het kind komt 3x naar de spelkamer voor de spelobservatie. Spelobservatie sessies zijn geen therapiesessies. De spelobservaties zijn nodig om een bodem te leggen voor de therapiesessies. Tijdens de spelobservatie krijgt de therapeut een beeld over het kind zelf, over zijn thema’s, over wat zijn problematiek is en wat het kind nodig heeft om zijn problematiek te kunnen verhelpen. Naar aanleiding van de indrukken die de therapeut heeft gekregen tijdens de spelobservaties, kan de therapeut werkdoelen stellen.

Tijdens de spelobservatie wordt ook gekeken of speltherapie past bij het kind.

Na 3x spelobservatie wordt een indicatie gesprek gehouden met de ouders.

4. Indicatie gesprek met ouders

Na 3x spelobservatie wordt er een indicatie gesprek gehouden met de ouders. In dit gesprek vertelt de therapeut haar opvattingen van de spelobservaties, de hypotheses en of de speltherapie wel/niet past bij het kind.

Als de therapeut merkt dat de speltherapie niet past bij het kind, dan wordt er een contra indicatie gesteld en gaat de speltherapie niet door.

Wanneer speltherapie wel past bij het kind, zal de therapeut met de ouders bespreken welke werkdoelen het kind nodig heeft en aan welke werkdoelen in de spelkamer gewerkt zal worden.

5. Werkdoelen

Werkdoelen van de speltherapie bestaan uit korte termijn doelen en de lange termijn doelen.

De korte termijn doelen houdt meestal in dat de cliënt zich veilig voelt in de spelkamer en zich kan uiten door middel van spel en welke kleine stappen gezet moeten worden naar de lange termijn doelen.

De lange termijn doelen kan een tijdje duren voordat het behaald is. Tijdens de tussenevaluatie gesprekken/ouderbegeleiding wordt besproken over het behalen van de werkdoelen.

6. Tussenevaluatie gesprekken/ouderbegeleiding

Om de 5 á 6 spelsessies wordt er een tussenevaluatie gesprekken/ouderbegeleiding gehouden. In dit gesprek wordt informatie uitgewisseld met ouders over de ontwikkelingen in de spelkamer. Hoever het kind is gekomen met het behalen van de termijn doelen. En wat zou het kind nodig hebben om zijn therapie thuis te ondersteunen door ouders.

Wanneer de therapeut merkt dat de lange termijn doelen ook behaald zijn of bijna behaald is, kan de therapeut met de ouders bespreken en kunnen samen naar de afsluitende fase van de therapie in gaan.

7. Afsluitende fase

Afsluitende fase is na ongeveer 15 á 20 sessies. De therapeut praat met het kind en vertelt over het ontwikkelingsproces in de spelkamer. De komende 2 sessies wordt gespeeld met afsluitende interventies van de therapeut. De derde sessie is dan het afscheid van de speltherapie voor het kind.